Meebrenglijst

Kleding warm seizoen:

  • Stevig schoeisel en bij nat weer laarzen.
  • Een trui, ook bij warm weer. ’s Morgens kan het nog fris zijn, zeker onder de bomen.
  • Zonnehoed of zonnepet (genaamtekend)
  • Bij nat weer stevige, helemaal waterdichte regenkledij; -jas en -broek.
  • Als de voorspelde maximumtemperaturen onder de 10°C liggen is het ook in de lente en herfst nodig om een kousenbroek te dragen!
  • Daarnaast graag bij warm zonnig weer met zonnecrème insmeren voor schooltijd.

 

Kleding koud seizoen:

  • In het koude seizoen is het aan te bevelen vele lagen te dragen. Afhankelijk van de temperatuur kan een laag aan of uit gedaan worden. Vermits de kinderen veel op de grond zitten en spelen is een regenbroek altijd nodig.
  • Stevige, gevoerde, waterdichte laarzen: ze dienen twee maten te groot te zijn, zodat er een warme zool bij kan en een tweede paar warme sokken.
  • Vanaf 3°C of lager: twee paar kousenbroeken, een gewone broek en regenbroek. Bij koud droog weer kan een skipak. (Niet bij nat weer.)
  • (Wollen) onderlijfje, t-shirt of hemd, wollen trui, fleece (of 2 truien), jas.
  • Muts, sjaal, polswarmers, wanten (liefst waterafstotend, bijvoorbeeld ook van het merk Didriksons).
  • Bij nat weer een reservepaar sokken in de rugzak.
  • Een plastieken zak voor eventueel nat gerief.

 

Wat geef je verder mee?

  • Genaamtekende rugzak met kliksysteem aan de borst zodat die niet van de schouders schuift. Het is praktisch als de jas buiten aan de rugzak vast gemaakt kan worden of dat de rugzak zo groot is dat de jas erin past.
  • Genaamtekende brooddoos met boterhammen, stukjes (voorgesneden) fruit of groente, gedroogd fruit, noten… dingen die je kind lust. Geen snoep of andere zoetigheden. Geen eenmalig verpakkingsmateriaal = geen afval.
  • Op dinsdag koken of bakken we zelf iets voor ons 10 uurtje. Dan hebben de kinderen enkel een drinkfles nodig.
  • Duurzame drinkfles of thermos die niet lekt met water of thee (géén frisdranken, géén sap). In de winter altijd warme drinkbare temperatuur-drank.
  • Reservekledij in een stoffen zakje voor het geval dat de kinderen nat zijn geworden. Deze blijven in de gang van een van de klassen (afhankelijk van waar jullie kind in de namiddag verblijft). De kinderen die naar de rustklas gaan, krijgen een roze zakje van de klassenleerkracht. De kinderen vanaf vijf jaar brengen zelf een stoffen zakje mee met naam erop. Belangrijk: als er natte kleren naar huis komen, vul het zakje de volgende dag weer aan!
  • Genaamtekende turnpantoffels; enkel voor de vijf- en zesjarigen.

 

Kinderen die in de namiddag op school blijven

  • Een tweede genaamtekende brooddoos, met boterham of bereide maaltijd (bijvoorbeeld rijstsalade).
  • Een wollen of katoenen dekentje, ongeveer 90 x 120 cm (ook voor de 5 en 6 jarigen).
  • Voor de naschoolse opvang: een gezond vieruurtje zoals een stuk fruit of nootjes,  rijstwafels, crackers, gedroogd fruit … in een doosje (geen zoete koeken en geen plastiek verpakkingen). Graag duidelijk maken dat het voor de opvang is.

 

Wat hoort niet thuis op school:

  • Geen speelgoed van thuis, enkel één vaste slaapknuffel kan voor het slaapje tot 5 jaar
  • Geen snoep, chocolade, zoete koek, chips
  • Geen kinderparapluutjes, die zijn verboden omwille van de veiligheid. Kleuters hanteren deze nog niet veilig in groep.